vrijdag 6 december 2013
Beste Servie,
Nu en dan lees ik in Hz, telkens treft de precisie in beeld en taal. En telkens opnieuw manifesten van…, manifestaties van… Het waar het om gaat verschijnt in de gekozen of aangetroffen situatie, omgeving,
en stelt zich zelf in gebaar, teken, woord, begrip present.
Het ‘eigenlijke’ wordt perspectivisch op symbool gebracht. De verhouding tussen het gebeurende en de rekenschap (ervaring → begrip) is bijna circulair: wat er voorvalt, gebeurt is voorfase van de opheldering, al op weg naar rede. En wat er wordt geanalyseerd, geconcludeerd, zit met 100 draden vast aan presentie.
Een bijna circulaire rondgang/overgang van phusis naar logos, aarde naar hemel, kunst naar denken.
Daarin neem je zeer nadrukkelijk een thematische positie in: je plaatst je in het verborgene van een relatie, kunst-denken, in de context van die jaren. Een marginaliteitmystiek van het ogen-blikkelijk transcendentale. Als een kluizenaar, wiens vrome oefeningen elke schaduw van het zelfbewustzijn uitdrijven om het mysterie van wat… -Bestaan?, Geest?- zuiver te laten aankomen en overkomen.
De meditatie van iemand als Paul Valéry moet je verwant voorkomen. Je schrijft p 124 (Lethe) ‘Hij moet beschikbaar blijven, opstaan uit slome ledematen, steeds opnieuw beginnen’ etc. Valéry in Mélange (1941) Chant de l’ídee Maîtresse, p 129: Allons! Debout! Surgis! Ecoute! Eveille toi, brise tes chaînes, sois.
En bij jou de lange passage, waarin ‘Het genot van de onderzoekende geest in de genoteerde inventies
(p 126). Valéry: Tu t’ excusera de ta clairvoyance et de ta puissance (p 130).
Vervolgens ‘Nu classificeert hij de stille onzichtbaarheid van de hedendaagse mens (p 126). In dit citaat
wordt het mysterie aan een object gebonden: onzichtbaarheid van de hedendaagse mens.
Bij Valéry is dat onophoudelijk de Idée, Moi pure e.d.
De kwestie van de benoeming van de drager van het bestaansmysterie blijft puzzelen. Zodra het
onbenoemde benoemd wordt begint de differentie zijn slag te slaan en gaan de richtingen uiteen.
Een fataliteit.
Verdere opheldering van de Puzzle geeft b. v. Registers. Daar is het niet het onzichtbare van de mens,
noch de Idee, maar ‘altijd twee-lobbig (L.,R.) intuïtief vooruit, rationeel op de plaats’. Die positie spreekt
mij bijzonder aan. De tweeheid in het enkelvoudige. Altijd met een dubbelganger rekenen, in elk werk en
in elke levensfase. Dat zou goed aansluiten bij de postmoderne voorkeur voor een denkfiguur als Metafoor.
In elke positie schuilt een metaforische spiegel, anticipatie of herinnering van en aan de andere positie.
Metaforische verwantschappen. Hetzelfde immer in een na-teken van differentie.
Dit waren enkele blijken van mijn belangstelling en grote waardering voor je Hz (Hertz).
Vriendelijke groeten,
E.