vrijdag 24 augustus 2018
Voor R., alleen voor te lezen bij werkonderbreking, b.v. bij de thee (15.45 uur)
Uit Of / Of, S. Kierkegaard, p 164
(parafrase)
Daar het in strijd is met het streven van onze vereniging (van kluizenaars en misschien al overledenen?) om in samenhangende werkstukken grotere gehelen af te leveren, daar wij er niet naar tenderen de toren van Babel opnieuw te bouwen, die een demon, afdalend uit de onderwereld, met de gerechtigheid aan zijn kant verwoest. Omdat wij in het besef verkeren dat die verwarring al eerder plaatsvond, als het kenmerkende voor elk waarachtig streven en dit erkennen in het fragmentarische, juist in datgene waardoor alles zich onderscheidt van de oneindige samenhang die de natuur nog eigen is: de rijkdom van individualiteit in haar verkwistend vermogen, het tijdelijke bestaan, dat wat genot produceert in het individu, ook dat van het recipiërende en lezende individu.
Niet het moeizame uitwerken of de opname van die uitwerking, maar de productie onder het genot van die fonkelende vluchtigheid, die voor de producerende meer betekent dan een gedegen uitwerking, daar ze de apparentie van het idee is, en voor de recipiërende en lezende meer inhoudt dan waartoe de fulguratie (weerlicht, bliksemflits) opwekt, de eigen productiviteit oprakelt.
Daar dit, zeg ik, in strijd is met de teneur van onze vereniging, ja het zojuist voorgelezene beschouwd zou kunnen worden als een aanslag op de ‘interjectiestijl’ waaruit de idee zich losbreekt, zonder die bekende doorbraak die in onze gemeenschap de hoogste status geniet.
Ik wil er opmerkzaam op zijn dat mijn handelswijze desondanks niet als rebels wordt genoemd, daar de band die deze bijeenkomst kenmerkt zo los is dat de erin voorkomende tussenzinnen rijkelijk, ja aforistisch en eigengereid daarboven uitsteken. Ik er alleen maar aan kan herinneren dat mijn stijl een poging doet schijnbaar te zijn wat hij inhoudelijk niet is, ook niet revolutionair noch evolutionair .
Dit genootschap eist bij elke bijeenkomst een vernieuwing, ja een wedergeboorte met het doel de innerlijke activiteit zich te laten verjongen door nieuwe omschrijvingen van zijn protocollen en productiviteit.
Laten we ons doel hier niet gaan herschrijven als een proef op het fragmentarische in zijn absoluut streven… Het is de kunst om op een artistieke manier hetzelfde effect teweeg te brengen, dezelfde nonchalance in toevalligheid, dezelfde anakoelietische (samenhang en consequentie ontberende) gedachtegang is een genot, dat teweeg te brengen in iets dat nooit present wordt, maar steeds dit element van het verleden in zich draagt, maakt het tegenwoordige slechts tot een verleden.
donderdag 23 augustus 2018
Met drie werken is multidisciplinaire kunstenaar Servie Janssen (1949) aanwezig in de tentoonstelling. Het zijn alle drie conceptuele reflecties en referenties aan de kunstpraktijk.
De installatie Bezet, vrij, bezet is speciaal voor deze tentoonstelling gemaakt en lijkt in eerste instantie op een batterij aan waarnemings- en communicatiemedia die staan te wachten om gebruikt te worden voor een gebeurtenis die onder de aandacht moet worden gebracht.
Het werk Cézanne op weg naar zijn motief refereert dan weer op humoristische maar verhelderende aan zijn eigen werkwijze en ontwikkeling, maar ook die van Cézanne ( door sommigen beschouwd als een van de eerste conceptuele kunstenaar met zijn 22 schilderijen en nog meer tekeningen van de Montagne Saint Victoire tussen 1885 en 1905).
In Passagenwerk biedt de Janssen op verbluffende wijze een blik op de essentie van het kunstwerk en zijn omgeving door een groot aantal kant en klare passe-partouts voor (fotolijsten) te groeperen.
Al het werk van Janssen is geproduceerd met toevallig gevonden en aangeschaft materiaal dat het inzicht dient dat het kunstwerk geen eindproduct , maar juist een weerslag van proces.
Mat Verberkt