zondag 11 maart 2018
Beste Servie,
Nu en dan lees ik in Hz, telkens treft de precisie in beeld en taal. En telkens opnieuw manifesten van…, manifestaties van… Het waar het om gaat verschijnt in de gekozen of aangetroffen situatie, omgeving, en stelt zich zelf in gebaar, teken, woord, begrip present. Het ‘eigenlijke’ wordt perspectivisch op symbool gebracht. De ver-houding tussen het gebeurende en de rekenschap (ervaring → begrip) is bijna circulair: wat er voorvalt, gebeurt is voorfase van de opheldering, al op weg naar rede. En wat er wordt geanalyseerd, geconcludeerd, zit met 100 draden vast aan presentie. Een bijna cir-culaire rondgang/overgang van phusis naar logos, aarde naar hemel, kunst naar denken. Daarin neem je zeer nadrukkelijk een thematische positie in: je plaatst je in het verborgene van een relatie, kunst-denken, in de context van die jaren. Een marginaliteitmystiek van het ogenblikkelijk transcendentale. Als een kluizenaar, wiens vrome oefeningen elke schaduw van het zelfbewustzijn uitdrijven om het mysterie van wat… -Bestaan?, Geest?- zuiver te laten aankomen en overkomen.
Hz (Hertz), 1989, Nijmegen, oplage 550 ex., (uitverkocht)
De meditatie van iemand als Paul Valéry moet je verwant voorkomen. Je schrijft p 124 (Lethe) ‘Hij moet beschikbaar blijven, opstaan uit slome ledematen, steeds opnieuw beginnen’ etc. Valéry in Mélange (1941) Chant de l’ídee Maîtresse, p 129: Allons! Debout! Surgis! Ecoute! Eveille toi, brise tes chaînes, sois. En bij jou de lange passage, waarin ‘Het genot van de onderzoekende geest in de genoteerde inventies (p 126). Valéry: Tu t’ excusera de ta clairvoyance et de ta puissance (p 130). Vervolgens ‘Nu classificeert hij de stille onzichtbaarheid van de hedendaagse mens’ (p 126). In dit citaat wordt het mysterie aan een object gebonden: onzichtbaarheid van de hedendaagse mens. Bij Valéry is dat onophoudelijk de Idée, Moi pure e.d. De kwestie van de benoeming van de drager van het bestaansmysterie blijft puzzelen. Zodra het onbenoemde benoemd wordt begint de differentie zijn slag te slaan en gaan de richtingen uiteen. Een fataliteit. Verdere opheldering van de puzzle geeft b. v. Registers. Daar is het niet het onzichtbare van de mens, noch de Idee, maar ‘altijd tweelobbig (L.,R.) intuïtief vooruit, rationeel op de plaats’. Die positie spreekt mij bijzonder aan. De tweeheid in het enkelvoudige. Altijd met een dubbelganger rekenen, in elk werk en in elke levensfase. Dat zou goed aansluiten bij de postmoderne voorkeur voor een denkfiguur als Metafoor. In elke positie schuilt een metaforische spiegel, anticipatie of herinnering van en aan de andere positie. Metaforische verwantschappen. Hetzelfde immer in een na-teken van differentie. Dit waren enkele blijken van mijn belangstelling en grote waardering voor je Hz (Hertz).
De Koog, 1994 Vriendelijke groeten,
Eldert Willems, (1923-2012)
woensdag 7 maart 2018
De Koog, 12 8 2005
Hallo Servie,
Eerder dan ik verwachtte heb je je vingers gespreid over het toetsenbord van de pc. De toezending van Arph bespoedigde deze respons, begrijp ik uit je brief. Die uiterst subtiele brief raakt veel aan… dank daarvoor. En ze geeft me huiswerk. Op dit moment volsta ik met een tweetal opmerkingen (ander zaken komen later aan de orde, zoals de positie, de Rang van het Getal. LE NOMBRE verschijnt op de blz. die voorafgaat aan het onthullende CONSTELLATION-slot. Je inderdaad belangrijke performance van 15 10 1978 sluit bijna naadloos aan, zo komt me voor, bij de verhouding tussen (duistere) grond en het verschijnende verlichte wezen, zoals in Arph wordt verwoord. Noot 52, p. 94 e.v. geeft een sprekende equivalentie van de act die jij visueel, auditief en via begeleidende informatie hebt laten geschieden. Scripta manent: de fotografische registratie houdt voor Anderen, die er niet bij waren, de kans vast om van een afstand in de tijd alsnog aan je performance deel te nemen. Het ware is een aletheia, een on-verborgenheid, stelt Heidegger, en wat onverborgen is circuleert, roept en zoekt naar de opnieuw constituerende ontvangst.
In een proces dat bij Kierkegaard Wiederholung genoemd wordt, bij Kant Nachfolge (iets anders dan Nachamung). Ik heb destijds Arph geschreven om een filosofisch equivalent te vinden voor wat in de beweging van de Moderne Kunst (1850-1980) door de artistieke voorhoede werd voor-gedaan. Filosofie is de uil van Minerva, weet je wel, ze loopt achter bij de Ervaring van het geschieden, maar komt dan met Begrippen tevoorschijn die in een Wiederholung de bakens van het Weten verplaatsen. Deze wending in het weten, die bij de kunstminnenede Nietzsche en Heidegger is ingezet, is nog geenszins afgesloten. Ze krijgt een voortzetting waarbij de complementariteit van kunst en denken wordt gedemonstreerd door het laten oprukken van de kunst IN het filosofisch betoog, zoals in Arph. daar worden ‘weetkundigen’ helemaal ziek van, maar dat doet er niet toe, het is de toekomst.
Ook de Rede, Nous, Geest, Vernunft, Esprit heeft tijden. Nu is het tijd om in het oude discours ‘kunst’ te injecteren: dat is een vorm van Ontbrekende Rede die onderweg is. Onze cultuur kan niet verder zonder besef van de binding aan de donkere grond (‘Mystère- doublure du code social’, Kristeva p. 473 e.v.), anders operationaliseert de rede zich in de fantasma’s van ultieme Maakbaarheid. Alle goede dingen bestaan uit drieën (daar heb je het getal weer!). Dus heb ik aan mijn arphisch project van Ontbrekende Rede nog een tweede kunst-impuls toegevoegd: beeldende kunst. In ons gesprek kan ik het niet nalaten soms te verwijzen naar mijn tekeningen, ‘schilderingen’, visualiseringen. Het beeldende , méér dan het poëtische, houdt de band vast met het LICHAAM. ‘Le peindre apporte son corps’, zegt Merleau-Ponty (L’oeil et l’ esprit).
Om je een beetje vertrouwd te maken zend ik je een overzicht toe van mijn beeldende collectie. De tekeningen verschijnen in reeksen. Ze geven in hun samenhang zicht op een vergborgen partituur. Ook ons gemeenschappelijk voorbeeld Mallarrmé kon er niet omheen het visuele te laten deelnemen aan, te laten verschijnen in, de traditionele poëtische vorm. Waar of niet? M. is onmiskenbaar de ontdekker van ‘Visuele Poëzie, en dat is nog maar het begin. Het weten sluimert in de routine van de begrippen. Het wordt pas wakker als er denk-BEELDEN worden getoond. Tot zover voor vandaag.
) ik kan je bepaald aanraaden, ook ivm. je project M.Br./S.M., Kristeva aan te schaffen. M. in relatie tot de religies, M. in relatie tot le théatre du héros, het subject van openbaring in onze tijd. L’état et le Mystère etc., enz.
Hartelijke groet,
Eldert Willems (1923-2012)
dinsdag 6 maart 2018
Toi qui soulager ta tripe
Tu peux dans ce gite obscur
Chanter ou fumer le pipe
Sans mettre tes doigts au mur.
Jij die hier zijn darmen komt legen
Kunt hier in dit donkere hok
Zingen of de pijp roken
Zonder je vingers aan de muur af te vegen.
maandag 5 maart 2018
Un Coup de Dés…
Een worp dobbelstenen zal nooit zelfs niet gegooid onder eeuwige omstandigheden in de diepte van een schipbreuk
Er in slagen de kans uit te schakelen
(Laatste vier pagina’s van Un coup de dés (bladzijden 17, 18, 19, 20)
NIETS van de gedenkwaardige strijd waarvan de afloop zich voltrok
met een kans van 0,0 op menselijk resultaat
ZAL HEBBEN PLAATSGEVONDEN een simpel heuveltje spreidt afwezigheid uit DAN DE PLAATS
laag onbeduidend gekabbel om de lege daad te verstrooien die anders abrupt door zijn leugen de ondergang zou hebben aangesticht
in deze streken van het onbekende waar elke werkelijkheid zich ontbindt BEHALVE in de hoogte MISSCHIEN even ver als een plek
samenklinkt generzijds
buiten het belang dat daaraan wordt toegeschreven
In het algemeen langs deze schuinte, volgens die mindering van lichten in de richting van dat moet het Zevengesternte zijn en het Noorden EEN CONSTELLATIE
Koud van vergeten en onbruik maar niet zo dat ze niet opsomt op een of ander open en hoger oppervlak de opeenvolgende schok sterrengewijs van een afrekening die zich voorbereidt
wakend twijfelend wentelend schitterend en overdenkend
alvorens te eindigen op een allerlaatste punt dat haar wijdt
Elke Gedachte zendt een worp van de Dobbelsteen uit
III. De teerling wordt geworpen Parafrase: Je hoopt dat er een keer een gunstige constellatie optreedt. BINGO. Op die cijfercombinaties zat je te wachten. De werkelijkheid is sterker en macroscopisch: altijd zal er Constellatie optreden, reken daar maar op (anders lukt er niets). Maar… je kunt het niet programmeren. HET moet ongedwongen verschijnen, zodat je er ook zelf door verrast bent. Ieder zijn eigen constellatie, bij wijze van spreken. Maar daar blijft het niet bij. Op alle niveau’ s van bestaan doet zich dit fenomeen van HET voor. DAT het er is geldt voor alles. Wanneer het menselijk subject de worpen van de dobbelsteen in zijn/haar leven overziet en de balans opmaakt legt ieder een eigen accent: dáár ging het om (of dáár ging het mis). Vanuit deze subjectieve algemeen geldige C (onstellatie) wordt het gebeurde beoordeeld en in een verhaal (van toen en toen, en waarom en daarom) gerangschikt. Ook de tekst van Un coup de dés laat zich verstaan uit het constellerende slotgedeelte, waarin gesteld wordt: er zouden eigenlijk teksten moeten zijn die het lukkende Zenit van bestaan als de maatstaf nemen.
Je ziet het, zulke teksten zijn er.
Eldert Willems
(1923-2012)
donderdag 1 maart 2018
Beste Servie,
Het is geen geringe opgave die je voorstelt: een partijtje interpretatieschaak te spelen naar aanleiding van het Dobbelsteengedicht van Mallarmé. De aanhef en de laatste 4 bladzijden ken ik grondig, de rest van het gedicht ken ik slechts oppervlakkig. Ik stel voor van gedachten te wisselen over de Aanhef en de 4 slotpagina’s. Wat de rest van het gedicht betreft interesseert me, op dit moment, vooral de bladzijde 16 over Le Nombre en Le Hasard. Ik ben verbaasd en épris dat je een vertaling hebt gepresteerd. 1 Aanhef. blz. 1, 2, 8 en 16. De Aanhef is de hoofdstelling van het gedicht, en loopt in Grootkapitaal dóór in de tekst.
In jouw vertaling staan 1 en 2 los van 8 en 16. M. i. moeten de grootkaptaalteksten in één zinsverband worden geplaatst. Die zin is de kapstok waar het hele gedicht aan hangt. De gedachte is (lijkt mij): een worp dobbelstenen zal er nooit in slagen ‘Le Hasard’ (= de kans op geluk) uit te schakelen. Bij jou wordt le hasard weergegeven door Toeval. Ik denk dat er meer dan toeval in het spel is. Indien het kans-bereik óók omvat een Constellation, zoals het gelukkig samentreffen van verschillen/ sterren, dat een Poolster oplevert (het universele ijkpunt voor wie op Aarde de richting zoekt), dan is het begrijpelijk dat het slotgedeelte zoveel werk maakt van het Constellation-fenomeen. 2 Laatste 4 bladzijden. Je vertaalt: Niets van de heugelijke twist toen macht de gebeurtenis had volbracht etc. Ik zie de macht niet in het Frans, alleen het verloop van een gebeurtenis. Maar misschien is het zo gek nog niet om op die plek aan misbruik van macht te denken. Zelf heb ik hier voortdurend de associatie: Mallarmé bedoelt de Frans-Duitse oorlog. Eerste begin van de Europese waanzin, die zal culmineren in 2 Wereldoorlogen, de waanzin waartegen Un coup de dés geschreven is. Vgl. ook de ‘simpele (graf?) heuvel die afwezigheid uitgiet’. ‘Niets zal hebben plaatsgevonden DAN de plaats’. Drukt m.i. de honende logica van Mallarmé’s verachting voor de heuglijke twist, alias de ‘gedenkwaardige strijd’scherper uit dan Maar de plaats. Clapotis: zowel in de vertaling van Bloem, dacht ik, als bij mij: gekabbel. Parages du vaque: bij mij streken van het onbestemde. Maar de domeinen van de golf zou ook heel goed kunnen. Hors de l’ínterê quat à lui signalé en général: ik denk dat M. hier uithaalt naar de wetenschap of de informatie die altijd ‘in het algemeen’, d.w.z pseudo-objectief, volgens de gedistantieerde redelijkheid, die zich niet de vingers wil branden aan existentiële connotaties, kennis etaleren. In het algemeen, en géén verre hoogtes. Voor M. dat juist wel dus. ‘Dat moet het Zevengesternte zijn en het Noorden’. Een niet willekeurige (zeven!) sterrengroep, omdat daarin de Poolster (aussi Nord, ook het Noorden; perdre le Nord wil zeggen; de kluts kwijt raken) verpakt zit. Ik denk dat in deze passage het geheim van Un coup… onthuld wordt, op de hermetische wijze Mallarmé eigen.
Om zulke soort samenhang stichtende constellatie gaat het, want precies dat wordt in onze cultuur vergeten (terecht in onze beide vertalingen: koud van vergeten en onbruik!). Compte total en formation: wordt door mij dus nogal dramatisch vertaals als afrekening die zich voorbereidt. Daar blijkt het verschil in onze benaderingen. Ik zie een afrekening en jij ziet wat afstandelijker, een geformeerd eindgetal’. Voila… Een ander punt Servie, en dan zie je waar mijn belangstelling voor punt 3 vandaan komt. Ik heb een kosmos-theorie toegevoegd aan mijn filosofische werk. Een Engelse versie, met kritische opmerkingen over de fysica, is recentelijk op internet verschenen. Ook jij vertoont alfa-bèta-ambities in je werk, of je boek Hz. Misschien interesseren je mijn kritische visie op de Big Bang-hypothese en de ideeën over de kosmische Aanfase en over Equivalentie tussen natuurverschijnselen en bestaansfiguren: een van de manieren om een brug te slaan tussen alfa en bèta, Tools en Symbols.
Het is me nu te stil in de elektronische ruimte: ‘le silence éternel des espaces infinis’ (Pascal).
Hartelijke groet en tot de volgende zet,
Eldert Willems
(1923-2012)